Rembrandt en zijn meesterwerk
De Nachtwacht is verreweg het bekendste werk van Rembrandt van Rijn (link), van heinde en ver trekken
toeristen naar Amsterdam om in het Rijksmuseum dit schitterende doek te bekijken. Op het Rembrandtplein (where else?) staat een beeldengroep die de setting
van het schilderij uitbeeld.
Een van de belangrijkste mensen op het doek heeft jarenlang in een statig pand aan onze grachtengordel gewoond, ik zag er aanleiding in om eens wat meer
over het schilderij te vertellen.
Rembrandt in het kort
Rembrandt werd in juli 1606 te Leiden geboren en overleed in oktober 1669 in Amsterdam. Hij trouwde met Saskia van Uylenburgh waarmee hij zoon Titus kreeg. Na haar
dood leefde hij samen met Geertje Dircx, daarna met Hendrickje Stoffels met wie hij een dochter kreeg, Cornelia. Rembrandt werd begraven in de Westerkerk
maar de precieze plek is niet bekend. Daarom is er een gedenkteken geplaatst. Zijn zoon, schoonvader en vriendin Hendrickje liggen hier eveneens begraven.
Rembrandt woonde op verschillende plekken in de stad, maar is nooit in echt hele goede doen geweest. Bekende leerlingen van hem kregen later straten net
zich vernoemd in de Pijp, onder hen zijn: Gerrit Dou, Ferdinand Bol, Govert Flinck en Nicolaes Maes.
Zelf schilderde hij slechts driehonderd doeken. Aanvankelijk 'leken' dat er meer omdat onder een flink aantal werken van zijn leerlingen zijn naam stond. Bij
latere research kwam dat aan het licht.
Eerbetoon
Er zijn in Nederland veel straten naar Van Rijn vernoemd, in Amsterdam kennen we:
de Nachwachtlaan
het Rembrandtpark
het Rembrandtplein
Op het Rembrandtplein staat deze beeldengroep die veel bekijks trekt onder toeristen.
Het schilderij de Nachtwacht
Eerst iets rechtzetten, het schilderij heeft als bijnaam 'de Nachtwacht', de werkelijke naam is: 'De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en
luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren'.
Frans Banning Cocq woonde in onderstaand huis aan de Singel, op nummer 140. Cocq was kapitein van een compagnie schutters, hij gaf de opdracht aan Rembrandt een
groepsportret te maken van hem en zijn mannen. Rembrandt deed er bijna drie jaar over, in 1642 leverde hij het werk af.
Het schilderij van vier bij vijf meter hing vervolgens jarenlang in de Nieuwe Doelenstraat in het huidige Doelen Hotel, waar de schutters gelegerd waren.
In 1715 verhuisde het werk naar het stadhuis, het huidige paleis op de Dam. Daar 'verdween' een vierkante meter van het doek omdat het te groot was voor de
plek waar het moest hangen.
Aan de hand van een kleine kopie is dit later vastgesteld.
In het Trippenhuis (
link) aan de Kloveniersburgwal heeft het schilderij ook nog een tijdje gehangen, in de
achttiende eeuw was dit namelijk het Rijksmuseum. Het Paleis op de Dam is net als het Trippenhuis een burgerpaleis, de enige twee die de stad rijk is. In 1885
opende het huiidge Rijksmuseum haar deuren en kon men daar de Nachtwacht bewonderen, het schilderij is overigens eigendom van de gemeente Amsterdam en kostte
destijd 1.600 gulden.
Daarom ook liet Amsterdam het schilderij opnemen in de Canon van Amsterdam (
nummer 16, link)
Voorstelling
Zoals gezegd, de leden van de compagnie van kapitein Cock legden het geld bijeen om Rembrandt dit schilderij te laten vervaardigen. De schutters huisden in de
Kloveniersdoelen (
link), een oefenplaats van de schutters. Het doek is vrij donker terwijl het de bedoeling was
een dagvoorstelling te portretteren.
Later werd ook pas de bijnaam 'de Nachtwacht' aan het schilderij gegeven, alsof de schutters de wachten van de nacht waren. Het schilderij is meermalen
beschadigd door geestelijk gestoorde mensen, maar kon steeds weer worden gerestaureerd.
Rembrandt had als 'doekvulling' enkele mensen erbij verzonnen, twee daarvan verdwenen van het doek toen er van drie kanten een stuk af werd gehaald zodat
het in het stadhuis op de Dam kon hangen.