De Jordaan Oranjegezind?
Misschien zou je het niet 1-2-3 denken, maar de meeste Jordanezen zijn trouw aan de Koning, ik zeg Koning, want nog even en we hebben niet alleen een
Koningin-moeder (eigenlijk Prinses Beatrix maar doe de vrouw eer aan en noem haar Koningin-moeder), een Koningin (Måxima) en een Koning (Willem Alexander.)
Koning dus, op 30 april 2013 huldigen we de Prins van Oranje tot Koning, we krijgen er dan ook een Prinses van Oranje bij, want die titel hoort bij de
eerstvolgende troonsopvolger, een -ster in dit geval. Of dat Måxima wordt mag sterk worden betwijfeld, meer aannemelijk is een van de dochters van het
Koningspaar met een soort van voogd (regentes) totdat zij 18 is.
Maar genoeg daarover, HIER heb ik het al genoeg over Koningsdag, op dit blaadje over een andere 'koning', namelijk
Jacob Mens, de Koning van de Jordaan, althans, zo noemen sommigen hem, de zuid-Jordaan denkt daar anders over. Jacobus 'heerste' aan het eind van de
negentiende eeuw over de Willemsstraat en dat gezegd hebbende zijn we aanbeland bij het hoofdonderwerp, de Willemsstraat, waarom heet deze zo, en wat heeft de
Gouden Koets met de Jordaan te maken?
De koning en de Willemsstraat
De Willemsstraat is apart, niet zo mijn favoriete straat maar diegenen die er wonen willen er nooit meer weg, de Willemsstraat is een dorp op zich. Of
dat komt door de bewoners of de historie of de locatie, geen idee. Maar dat de Willemsstraat een aanzienlije geschiedenis als bagage heeft werd me
duidelijk toen iemand mij een mailtje stuurde over zijn voorouders.
Tussen de Ouwe Fransenbrug over de Lijnbaansgracht en de Oranjebrug over de Brouwersgracht ligt de Willemsstraat. Overigens ligt de Willemsbrug naast de
Haarlemmerpoort aan het Haarlemmerplein. De Haarlemmerpoort heette vroeger de Willemspoort.
Brouwersgracht
Lijnbaansgracht
Wat opvalt is de sterke overeenkomst tussen beide bruggen. De Willemsstraat zelf was ooit een gracht, 'open riool' is meer op zijn plaats, maar
zo ging dat nu eenmaal in die tijd. De Goudsbloemgracht werd uit oogpunt van hygiëne gedenpt waardoor er ineens een straat was, en die moest
een naam krijgen. Koning Willem I dwong de notabelen van de stad er halverwege de negentiende eeuw toe iets te doen aan de erbarmelijke omstandigheden
waarin de Jordaners moesten wonen en werken, de Willemsstraat was dus snel bedacht en kon op veel bijval rekenen.
In 1857 werd de straat officieel geopend. De Koning was zeer content en kwam tot jaren daarna vaak naar 'zijn' straat. Evenals zijn opvolgers,
Willem II en Willem III maar ook Wilhelmna, daarover straks meer.
Huize Mens, het Koningshuis van de straat
Boefjes, anders kunnen we ze niet noemen, pa Jacob Mens en zijn zonen Ko en Leendert, vechtersbazen tot en met. Ze heersten in dit kleine gedeelte van
de Jordaan maar waren bovenal oranje-gezind en hadden een hekel aan 'die rooien' van de Lindengracht. Zowel binnen de noord-Jordaan als daarbuiten werd er
flink geknokt. Later vertel ik nog wel eens over de rellen met de 'Joden' van het Waterlooplein dat toen nog Marken heette, want het verhaal dat er veel
Joden in de Jordaan woonden klopt van geen kanten, het
PLAT AMSTERDAMS is ook niet in de Jordaan ontstaan
maar op het Waterlooplein in de Jodenhoek.
Pa overleed in 1869, zijn 'opvolger' Ko in 1887, Leendert in 1906. De Gouden Koets van de Koningin is gebouwd in de Jordaan, hoewel er hier en daar nog
wordt volgehouden dat weldoener Van Eeghen met het idee was gekomen een Gouden Koets te laten maken was het Jacob Mens die sterk onder de
indruk was van een flonkerend, verguld rijtuig dat bij de Amsterdamse rijtuigenfabriek Spijker in de maak was voor de sultan van Djokdjakarta.
Zoiets moest er ook komen voor de aanstaande Koningin, de jonge Wilhelmina, men begon geld in te zamelen. Bijna iedereen in Amsterdam gaf wel iets, Van Eeghen
wat meer dan gemiddeld en nam de organisatie op zich, daarom wordt hij als initiator gezien maar zelf heeft hij meermaals toegegeven dat het idee in de
Willemsstraat geboren was.
Uiteindelijk werd er 120.000 gulden bijeengebracht voor een van de laatste rijtuigen die Spijker zou afleveren. Zoals bekend bouwde Spijker decennia lang
auto's, de fabriek bestaat nog altijd, maar niet meer in de Jordaan.
Sinds 1903 wordt de Gouden Koets jaarlijks gebruikt op Prinsjesdag. Daarvoor bij het huwelijk tussen Prinses Beatrix en Prins Claus in 1966 en in 2002
voor het huwelijk van Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima.
Op 30 april 2013 dus voor de inhuldiging van Koning Willem-Alexander
Op de achterzijde van de koets staat het wapen van Amsterdam, het Paleis op de Dam, de Nieuwe Kerk, rivier de Amstel en het IJ.
De Koning is dood, leve de Koningin
De derde Willem die Koning der Nederlanden werd stierf in 1890, zijn dochter Wilhelmina moest hem opvolgen maar was toen pas tien, Emma, vrouw van Willem en moeder
van Wilhelmina, werd regentes totdat in 1898, toen Wilhelmina dus 18 werd, het stokje overnam. Voor haar werd dus de Gouden Koets gebouwd door Spijker.
Pas een dag na haar inhuldiging nam zij de koets in ontvangst, zij had vooraf bepaald dat ze geen cadeau's wilde, praktisch als dit 18-jarige meisje toen
al was kwam ze dus de volgende dag de koets 'ophalen'.
Ko werd 'de Bokkebek' genoemd en naar hem de volgelingen tot Bokkebekken. Mijn bron voegde daar aan toe dat als de gouden koets door de
Willemsstraat reed de Bokkebekken in oranje kostuum de paarden losmaakten van de koets om deze zelf door de Jordaan te trekken. Dat dit mede was om de andere
Jordaners te laten zien hoe sterk ze wel niet waren was voor de Bokkenbekken net zo belangrijk om 'die vuile communisten' te laten zien dat ze oranjegezind
waren.
Het is een vaststaand feit dat ook de politie ontzag had voor de mannen van de Willemsstraat want bij menig opstootje hielden zij zich afzijdig of kozen soms
zelfs de kant van de Bokkebekken.
Weetjes
Weetje 01
Net als veel straten in Amsterdam (maar ook het Rembrandtplein) weet men niet hoe je een straat die vernoemd is naar iemand correct schrijft, als je er
een extra 's' in plaatst wordt het de straat van, met slechts één 's' betreft het een vernoeming naar iemand. Het is dus formeel
Rembrandtplein, Sint Antoniebreestraat en dus ook Willemstraat, want het betreft hier een vernoeming naar Willem I.
Echter, in het laatste geval heeft men de straat ook 'eigendom' willen maken van de Koning, het is 'zijn' straat, de Willemsstraat staat symbool voor zijn
betrokkenheid met de buurt, daarom is hem extra eer gegund door Willem de straat te 'schenken'.
Weetje 02
De Shelter is een Christelijk jeugdhotel in de Willemsstraat, het reflecteert wellicht het beste dat de Willemsstraat altijd een beetje 'anders' is
geweest.
Weetje 03
Tante Leen werd als Helena Polder in 1912 geboren in de Willemsstraat en had jarenlang als bijnaam 'De Nachtegaal van de Willemsstraat'.
Weetje 04
Lang gold het volgende: 'ik ben een Willemstrater of Willemstraatster'. Verderop een stukje over Rooie Griet uit de Willemsstraat.
Weetje 05
Wilhelmina werd dus een aantal malen in de koets door de Willemstraten getrokken, dit was geheel volgens de traditie toen WIllem III nog koning was, als hij
naar zijn geliefde Jordaan kwam werden de paarden ook vervangen door sterke kerels.
Wanneer Koning Willem III zijn jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad bracht en dan natuurlijk ook in open rijtuig de Willemstraat bezocht, spanden
zijn trouwe Willemstraters de paarden van den wagen en trokken dien zelf in statigen optocht langs hun heirweg. Dat was een jaarlijksch verbond
tusschen Bokkebek, den Koning van de Willemstraat, en Willem III, Koning der Nederlanden.
Let wel, de bijnaam van Jacob is hier verkeerd gespeld, de 'n' ontbreekt.
Weetje 06
Koning Willem III was een rokkenjager, dat was alom bekend, maar dat hij vooral van Jordanese vrouwen hield was in het hart van Amsterdam al lang geen
geheim meer. Er wordt al een eeuw gefluisterd dat hij hier en daar wat bastaards rond heeft lopen.
Maar de man van Koningin Wilhelmina, Prins Hendrik, lustte er naar verluid ook wel pap van. Op hun huwelijksdag (7 februari 1901) reden zij voor het eerst
met de Gouden Koets. Ook van Hendrik wordt gefluisterd dat hij in de Jordaan 'Koninklijk' bloed heeft achtergelaten.
Weetje 07
Onder leiding van Bokkenbek werd er een burgerdecreet afgevaardigd dat er nooit meer aan palingtrekken zou worden gedaan, dit volksvermaak was de Koning een
doorn in het oog maar juist om hem te tarten gingen de Lindengrachters ermee door. Toen dit op 25 juli 1886 tot een geweldsuitbarsting tussen de politie en
de Lindengrachters leidde hielden de Willemstraters zich afzijdig.
Dit is het bekende
PALINGOPROER wat door de gemeente Amsterdam nooit werd opgenomen in de Canon van
Amsterdam. Er vielen 25 doden tijdens het Palingoproer. Twee dagen na het begin was het verzet gebroken.
Tijdens dit oproer plaatsten de Lindengrachters een rode socialistische vlag op de barricaden, die werd door de twee broers Mens weggehaald. Sindsdien zagen
de Willemstraters zich meer dan ooit als de echte Jordaners omdat de Koning alleen bij hen 'over de vloer kwam' en zij hem met succes verdedigd hadden tegen de
republikeinen.
Weetje 08
Er was nog een derde broer, Abraham, naar verluidt boterde het al snel niet meer tussen de broers nadat vader was overleden, dat schijnt nooit meer goed
te zijn gekomen want de nazaten anno 2013 kennen elkaar niet.
Weetje 09
Johnny Jordaan typeerde de Jordaan, dat is geen geheim, maar eigenlijk bestond de Jordaan dus niet alleen uit een zuid en een noord deel maar ook uit een
deel dat zich van niets of niemand wat aantrok: de Willemsstraat. Johnny zong erover hoewel hij niet in de Willemsstraat geboren is:
Was ik maar nooit getrouwd
Had 't me nooit berouwd
Zoals m'n vrouw, nou, dat is er niet een
Zij neemt 't vlees en ik krijg 't been
Doen ik m'n werk niet goed
Slaat ze me op m'n snoet
Want werken en boenen, dat doen ik als man
Omdat zij 't zelf niet kan
Ik weet 't wel, ik weet 't wel
Jouw hart klopt voor een ander
Jij, met die rare dingen
Ik laat me door jou niet dwingen
Nee, nooit geen traan
Zal ik voor je laten gaan
Nee, nooit geen traan
Zal ik voor je laten gaan
Hier hei je de ring van me vinger
Hier hei je me portemonee
Hier hei je m'horloge, me ketting
Me lieffie, wat wil je nog meer
Hier hei je m'horloge, me ketting
Me lieffie, wat wil je nog meer
Had ik nou maar vijfhonderdduizend gulden
Ik at in een kroeg van alles van alles eve fijn
Ik betaalde alles a contant
Daar was niemand die me deerde
En was ik een keertje tipsy
Dan was 't van de wijn
Ze moppert al weer, ze moppert al weer
Ze moppert de hele dag
Ze moppert al weer, ze moppert al weer
Ze moppert de hele dag
Niks meer zeggen, hou je smond
'k Zou niet willen dat een ander 't verstond
Niks meer zeggen, hou je mond
'k Zou niet willen dat een ander 't verstond
Op de Willemstraat ben ik geboren
De Willemstraat is me fatsoen
Daar moet je de jongens en meiden zien draaien
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
Op de Willemstraat ben ik geboren
De Willemstraat is me fatsoen
Daar moet je de jongens en meiden zien draaien
Op het asfalt van de Willemstraat
Op de Willemstraat ben ik geboren
De Willemstraat is me fatsoen
Daar moet je de jongens en meiden zien draaien
Op het asfalt van de Willemstraat...
Grappig: in de tekst is Willemsstraat nog met één 's' geschreven.
Johnny werd in een Katholiek gezin op 7 februari 1924 geboren op de hoek van de Lijnbaans- en Rozengracht maar voelde zich een Willemstrater.
Weetje 10
Tot de Willemsstraatbuurt werd ook de Palmgracht gerekend, dit deel van de Jordaan bevindt zich in de zogenaamde driehoek. Eigenlijk is de Palmstraat de enige
straat die de 'Willemstraters' tot hun gebied verklaarden maar ook op de Palmgracht woonden 'sympathisanten'. Tegenwoordig scheidt de Palmgracht de
DRIEHOEK van 'de rest' van de Jordaan. Het onderscheidt Lindengrachters en Willemstraters is van
lang vervlogen tijden.
Weetje 11
De Willemsstraat ligt dus tussen twee bruggen in, de Ouwe Fransenbrug verbindt de Willemsstraat met de Nieuwe Willemsstraat die in de Marnixstraat uitkomt. Deze
Ouwe Fransenbrug wordt door Willy Alberti bezongen in het lied 'Ik hou van jou mooi Amsterdam'. Echter, Willy noemt de brug de Willemsbrug maar hij bedoeld
de Ouwe Fransenbrug die vaak de Willemsbrug werd genoemd.
Rooie Griet, een echte Willemstraatster
Uit: 'Amsterdams Epos - De Jordaan', van Israël Querido
Rooie Griet, donderend van stem en krakend van het vloeken, ontzaglijk uitgezwollen vischvrouw, riep van de straat, haar kar niet loslatend, het
winkeltje in, voor een half pond zware pruim. Rooie Griet, hoog als een bak-beest en breed als een ton, pruimde sappiger dan een schuitenvoerder. Haar
glad-koperen pruimdoos was een erfstuk, moest gevuld tot aan den rand.
Ze liep nu met gepen en late bokking, maar ze kon niets kwijt vandaag. Eigenlijk was ze bank-vrouw in de Nieuwmarkt-hal, waar haar moeder nog een
rentetje van had. Maar zij wou liever venten, avonturen en de stad rondzwerven. Ze vloekte om het woord en in een ommezien rammelde ze de liederlijkste
taal er uit.
...meeer over Querido...
Met haar manlijke bulderstem vocht ze in haar vette keel. Als van vogels op één aas neervlerkend, zulk gedruisch klepte er langs de kar wanneer
Griet, de rokken rondom gekoepeld, neerhurkte om visch voor haar klanten schoon te maken. Tegen al de vrouwen voor Neel's stoep, zwijnde ze een ronkenden
mop uit, die hen rond-om deed schateren. Want Rooie Griet vertelde alles origineel, beklonterde de dingen met haar vischmarkt-taal. Telkens onder het
spreken verschoof ze met de tong haar pruim als een week gezwel achter haar wang, spoog ze met grinnikend genot, bruine straaltjes weg, sappig en
vinnig.
Ze was een gaaf familie-lid van den befaamden Bokkebek uit de Willemstraat, het oude Franse Pad. Ze pronkte op haar stam-vader, een handig
visch-scharrelaar, die om zijn uitgezakte lippen de Bokkebek was geheeten. Haar bloed-eigen oom, één van de twee gebroeders
Bokkebek, had de tartende roode vlag bij het palingoproer aan de Lindegracht, door de socialisten boven de lantaarns van de Zaterdagsche brug
losgewapperd, in oranje-furie neergesleurd.
De heele familie der Bokkebeks, met hun scheefmondigen stamvader, dol op het Huis van Oranje, hield dezen vlaggen-daadmoed in eere als een heilig en
roemrijk wapenfeit. Zij hadden het bloed gewasschen van de handen der bedroefde Jordaners en de woestheid der anarchie getemperd. En als een spottende
Jordaner in Rooie Griet 's tegenwoordigheid het waagde te beweren dat niet de gewelddadige oom Bokkebek, met al zijn zwaardrumoer, maar de Kleine
Gans in de lantaarnpaal was geklommen, tegen steen-worpen en kogels in, aangehitst door de luid-tierende massa, en dat dit jochie de vlaggen, aan
weerskanten der brugleuningen had neergerukt, dan spoog zijn woeste nazaat vuur en vlam en dreigde alles te zullen uitroeien wat haar tegen de huid
liep.
Want Rooie Griet kon knokken, kopstooten geven en lijntjes-krabben met-de-haarspeld als de beste Willemstrater. Haar knuisten doortrilde dommekracht en
ze roeide de vlet stoerder dan menige kerel. Rooie Griet rook naar raapolie en visch en Ze dronk als een afgezwoegd kar-paard. Met bier slurpte ze drie man van
den grond.
Maar wat is nou een bokkenbek?
Er waren meerdere mogelijkheden:
- een kinnenbak
- grof in de mond zijn
- een hazenlip of iets wat daar op lijkt
Het blijkt dit laatste te zijn, het hoeft niet altijd een 'open' lip te zijn zoals bij een hazenlip maar de mond van iemand met een verdikte huid tussen zijn
neus en bovenlip wordt een bokkenbek genoemd. Of Jacob Mens een hazenlip had of alleen een verdikking is mij niet bekend.
In Friesland em België wordt bokkenbek als scheldwoord gebruikt.
2013, een nieuwe Koning!
Een maand voor de kroning van WA maakte ik een rondje door de buurt, Palmgracht, Willemsstraat. Ik sprak met wat mensen en ging even buurten bij
FRANS LOUMAN, als iemand iets weet is hij het wel. Frans was duidelijk, "met dat oranjegevoel valt het hier wel
mee, of moet ik 'tegen' zeggen?" Frans bevestigde mijn vermoeden, net als verschillende dames op straat, de Jordaan was wellicht ooit zeer oranjegezind
maar dat is echt verleden tijd.
Groot verschil met vroeger en nu is er niet, zegt ook Frans, het is een andere gezelligheid zeg ik altijd en zo denken velen erover. Als je wat dieper
graaft naar wat er nou anders is slaat Frans de spijker, wat mij betreft, op de kop: "er wordt minder gedeeld, vroeger had je meer voor elkaar over en nu
wil iedereen zoveel mogelijk voor zichzelf houden".
Op de vraag of er op 30 april iets extra's wordt gedaan zei iedereen steevast dat er al genoeg wordt gedaan in de stad en dat je echt geen oranje versierde
straten hoeft te verwachten, zelfs de Willemsstraat niet.
MEER OVER KONINGSDAG
Aanvullingen zijn welkom! Hieronder een paar foto's van de Willemsstraat