Tante Betje Mail Jopie Loos Tumblr 4 Mokums in Englsih Googl+ Videos Amsterdam Mokums op Instagram Deurmat


Wie was Tante Betje?
Ik denk dat velen zullen denken, jaha, daar heb ik wel eens van gehoord, maar wie was dat nu ook alweer? Je opa of oma zullen de naam wel eens hebben laten vallen. Laat ik wat opties geven. Tante Betje

Sjagrijn van de Jordaan
Tante Betje was een import Jordanese die weigerde haar Groningse tongval af te leren. Omdat zij een 'dame van stand' was die graag met de poten in de spreekwoordelijke Jordanese modder wilde staan werd zij door Jan met de pet net zo vaak bejubeld als beschimpt.

De middenstand zag haar graag komen. Hoe ze aan de munten kwam interesseerde niemand wat, als de centen maar rolden. Het liefst richting de winkelier. Tante Bet deed al haar inkopen in de buurt van haar huis. Zij woonde eerst in de Willemstraat maar toen dat pand gerestaureerd moest worden verruilde zij haar riante optrekje voor een bescheidener, maar niet minder opzienbarend stekkie in het Venetiaehofje.

Dat hof was voorbestemd voor arme vrouwen, althans, dat zegt de geschiedenis. Dat Tante Bet daar kwam te wonen was wonderlijk. Niet zozeer dat ze van de noord naar de zuid Jordaan verkaste, iets wat een normaal mens niet gauw zou doen, maar hoe kreeg Tante Bet dat in vredesnaam nou voor elkaar? Was ze dan zo arm? Nou nee, niet bepaald. Had ze connecties? Dat moest haast wel. Kende ze de burgemeester? Uigesloten, ze was tenslotte import en een sjagrijn uit de eredivisie. Rommelde ze misschien wat aan met de eigenaren? Poeh, dat ligt niet voor de hand. Ze was minstens zes keer zo oud als de vrouw van de opzichter die een grote vinger in de havermoutpap had.

Er moest iets zijn, maar wat.

De verhuizing van Tante Bet hield de gemoederen flink bezig. Iedereen mistte haar gelijk al in het hoge noorden en dan bedoel ik niet haar Groningse komaf maar de noord Jordaan. De andere tantes konden niet meer over haar ouwenelen want ze was de buurt uit. De winkeliers zagen hun omzet dalen want hun beste klant was overgelopen naar het kamp van die vermaledijde zuid-Jordaners, miesgassers dat ze waren.

De noorderlingen en de zuidas verdragen elkaar maar daar is ook alles mee gezegd. In het noorden zeggen ze "wij hebben vier markten, jullie daar in het zuiden helemaal niks". Het zuiden gaat prat op de Elandsgracht, "de mooiste en gezelligste straat van de Jordaan".
Het noorden 'telt' graag de Westerkerk mee tot haar grondgebied maar lieve mensen, dat 'middelpunt' van de Jordaan bevindt zich toch echt buiten het episch centrum van deze buurt. En in het zuiden, ja, daar lopen ze graag te koop met de negen straatjes. Hoe mooi die winkelbuurt ook is, het is ook geen Jordaan.
Dus wat hebben ze gedaan? Het tiende straatje uitgevonden, de Hazenstraat en eerlijk is eerlijk, het is een prachtig straatje en bevindt zich in het hart van de zuid Jordaan.

Maar dan de driehoek in het noorden. Misschien wel het meest authentieke stukkie Amsterdam dat bewaard is gebleven. Je kunt er niet eens zomaar even in lopen, laat staan inrijden. Je moet het echt weten De Driehoek wil je er je weg weten te vinden. Dit stukje 'oud Amsterdam' is aan alle kanten omsloten door de noord Jordaan.
De zuiderling ligt er niet wakker van. Driehoek zeg je? Uithoek zul je bedoelen. En voor de noorderlingen is de Elandsgracht de loper naar het hoofdbureau van politie en daar moet geen enkele Jordanees wat van hebben; "we lossen onze eigen sores wel op!" En daar vinden de noord en zuid Jordaners (wat dat is feitelijk gezien de juiste benaming voor de bewoners van de Jordaan) elkaar weer.

Van oudsher moet een Jordanees (bekt toch even lekkerder dan Jordaner) niets hebben van de prinsemarij, het zijn toch allemaal etterbuilen die je voor het minste of geringste op de bon slingeren maar als je ze nodig hebt geven ze niet thuis.
"We lossen het zelf wel op", is al sinds mensenheugenis het credo van de Jordanees. Dat was al zo tijdens het palingoproer, tijdens de Tweede Wereldoorlog en zo zal het ook altijd wel blijven. "En die zuiderlingen rollen gewoon de rode loper voor ze uit omdat ze zo lekker dichtbij het hoofdbureau zitten".

De Elandsgracht en het hoofdbureau van politie. Het boterde nooit. Maar waar waren we gebleven, bij Tante Bet die zomaar, als uit het niets, neerstreek in de noord Jordaan om ook weer zomaar even te verhuizen naar de zuid Jordaan.

We moeten terug naar de jaren zestig om te achterhalen hoe Tante Bet het voor elkaar heeft gekregen het hoge noorden te ontvluchten en neer te strijken in het Sodom en Gomorra van Nederland, onze hoofdstad en dan ook nog in de Jordaan.
Bethina Emelda Buiter woonde in een dorpje, haar vader was boer, moeder zorgde voor Bet en haar broer en vijf zusters. Moeders had niet stilgelegen, dat is een ding wat zeker is, maar voor boerin had zij niet in de wieg gelegen. Het was zaak zoveel mogelijk zonen op de wereld te zetten zodat vader zijn eigen personeel kon opleiden.
Daar kwam al snel de klad in want na Annen en Geertruida kwam Jan tegelijk met Bet uit moeder kruipen en na hen alleen nog maar meer meiden. Pa dacht "wat doe ik verkeerd, wat heb ik misdaan, dat ik alleen maar vrouwen op de akker kan plempen"?

Rita, Bet's moeder, was dus geen boerin. Ze floepte er om de zoveel tijd een kind uit en daarmee was voor haar het harde werken voor negen maanden wel weer geleverd. In elf jaar tijd perste de moeder van Bet er zeven spruiten uit.
Daar had vader met zijn gemengde boerenbedrijf weinig aan, de spruiten op het land kon hij moeilijk zelf allemaal binnenhalen, hij had ook nog de zorg voor zeventig koeien, een dikke duizend kippen en bij spruiten alleen bleef het niet. Dat zijn kinderen totaal niet op elkaar (en de meesten ook niet op hem) leken viel Drikus eigenlijk helemaal nooit op.
Wat zijn mooie vrouw, want Drikus had niet alleen verstand van vierbenig vlees, de gehele dag uitvrat wist hij niet, had hij ook geen tijd voor om bij te houden want hij had een bedrijf te runnen met tien man personeel.

Rita was gek op de stad. Ze trok er vaak alleen op uit om in Delfzijl te gaan winkelen, althans, dat dacht Drikus. Rita was tijdens een van haar vele uitjes haar tas kwijtgeraakt, gestolen, verloren, wie weet. Ze had geen idee. Op het politiebureau deed zij haar verhaal, zij werd gerustgesteld maar dat werkte niet bij Rita. Hoe meer je zei "meid, het komt allemaal goed", des te meer zij ging twijfelen of dat ook werkelijk zo was.
Bij een tweede bezoek aan het politiebureau van Delfzijl, vele maanden later, eistte zij dat zij door de comissaris zou worden ontvangen. Zij wilde haar beklag doen dat de daders van de diefstal van haar tas (inderdaad, het verlies had Rita gepromoveerd tot diefstal) nog altijd niet gepakt waren. Voor dit soort onzin had men geen tijd, zeker de commissaris niet.
Todat Sjoerd Altena binnen kwam lopen, agent der agenten, het hoofd van dit ongeregelde zooitje. Zijn naam heb ik veranderd, straks zal duidelijk worden waarom.

Enfin, Sjoerd hoort de tirade aan die Bet's moeder afsteekt tegen de agent van dienst. Hij neemt haar apart en valt als een blok voor de statige maar mooi belijnde contouren van Rita's gezicht. Haar stem dringt door tot in zijn ziel, wat ze zegt hoort hij al lang niet meer.
Sjoerd neemt Rita mee naar haar kamer en beloofd haar er alles aan te zullen doen de daders te vinden. Hij ontbiedt zelfs wat rechercheurs. Rita doet haar verhaal en leest de burgerpot de les. Sjoerd beaamt en de rechercheurs druipen af. Te gek voor woorden wat hier gebeurt, maar zo was Rita nu eenmaal, ze wist altijd alles beter en dat liet ze merken ook.

Rita en haar politieman zullen elkaar nog tweemaal losjes treffen, eenmaal op het hoofdbureau van politie te Delfzijl en eenmaal in 'de Oude Schans', het restaurant van Delfzijl. Daarna spatten de vonken er bij iedere ontmoeting van af. Sjoerd heeft zijn nette gezinsleven en Rita haar boerenbedrijf waar ze wel de vruchten maar niet de lasten van wil plukken.
Op het moment dat Sjoerd en Bet een romance beginnen heeft zij twee kinderen, Bet moet nog geboren worden.

Rita raakt om de haverklap zwanger, eigenlijk wil zij dat niet want het belemmert haar om naar de stad te gaan en haar eeuwige minnaar de commissaris te zien. Van wie de kinderen na Annen en Geertruida zijn is niet zeker. Jan, de man van Rita en vader van Bet, vind het allemaal wel best zo. Zijn liefde is de wei en de stal en alles wat daar in rondloopt.
De kinderen worden groot, dat is onvermijdelijk. Rita wordt een dagje ouder maar gaat nog altijd naar Delfzijl. Hoewel minder dan vroeger, ze ontmoet nog altijd zo eens in de drie maanden Sjoerd. Het onheil ligt op de loer, want steeds vaker neemt ze haar kinderen mee naar de stad, ze knijpt er dan een paar uur tussenuit, de kinderen achterlatend in de plaatselijke speeltuin.

Bij een van die bezoekjes gebeurt er iets met kleine Jan. Op zich niet zo klein meer maar zo wordt hij nu eenmaal genoemd thuis. Jan wordt door een auto aangereden als hij achter een bal aanholt waarmee ze op het pleintje bij de speeltuin aan het spelen zijn. Jan wordt naar het ziekenhuis gebracht met inwendig letsel. Drie dagen en nachten vecht Jan voor zijn leven maar uiteindelijk zal Bet haar tweelingbroer los moeten laten.
Drikus snapt er niets meer van, de enige zoon die hij heeft verliest hij en blijft achter met een bende vrouwen die te lui zijn om te werken. Bet krijgt medelijden met pa maar snapt inmiddels ook wat er aan de hand is in Delfzijl als moeder hen alleen laat.

Het zal zo'n anderhalf jaar later zijn. Drie meiden werken op het land, Bet is als haar moeder. Te bijdehand voor de koeienvla maar nog net te jong voor de kerels. Ze vermoed dat er meer is tussen ma en de politie-agent op het hoofdbureau, Bet besluit verhaal te gaan halen. Geheel tegen haar verwachting in zit ze al rap alleen met Sjoerd in zijn kamer. Overspoeld van emotie weet ze eigenlijk niet meer waar ze voor gekomen is en breekt.
Ze barst uit in tranen. Sjoerd troost haar maar in zijn ongeremde snak naar buitenechtelijke spanning steekt hij zijn hand onder de rok van Bet.
Die begint vreselijk te schreeuwen waarop de deur openvliegt, daar staat Rita. Die heeft direct door wat er gebeurt als ze ziet dat het onderbroekje van Bet op haar knieën hangt en sleurt haar kind mee naar huis. Rita en Sjoerd zouden elkaar nooit meer zien.

Bet was niet vies van de jongens. Ze stond te boek als 'makkelijk'. Ze had dan wel een grote mond maar van de jongens kon ze, net als haar moeder, niet afblijven. Alleen, Rita hield het bij één minnaar, Bet deed haar naam eer aan en was daar dan ook veelvuldig te vinden met willekeurig wie.
Bet trekt al vroeg naar de grote stad, Delfzijl is te klein voor haar, Groningen lonkt. Zij raakt verzeild in de prostitutie en wordt regelmatig opgepakt. Als ze verdacht wordt van zwendel en bedrog dreigt Bet alles kwijt te raken wat ze heeft. Haar ouders ziet ze al lang niet meer want die willen niets meer met haar te maken hebben. Haar enige redmiddel om uit deze ellende te komen is politieman Sjoerd Altena.

Altena heeft carrière gemaakt. Hij is inmiddels hoofd-commisaris van politie in Groningen en zijn loopbaan is nog lang niet ten einde. Als Bet op zoek gaat naar Sjoerd en hem ook vindt zet zij hem voor het blok: "of je helpt me of ik doe alsnog een boekje open over je".
Prompt vergooit Bet haar lichaam aan Sjoerd, die zich niet bedwingen kan en zich vegrijpt aan, misschien wel, zijn eigen dochter. Sjoerd weet dat niet, uiteraard niet.

Maar Sjoerd staat ook op het punt de overstap te maken naar de randstad, hoofd-commisaris van politie in Amsterdam. Het hoogst haalbare voor een diender. Een schandaal kan hij daarbij niet gebruiken maar toegeven aan de grillige Bet is ook geen goede zaak.
De vrouw van Sjoerd is dan al lang overleden bij de geboorte van hun enige kind. Samen met zijn huishoudster heeft hij zo goed en zo kwaad als dat ging het kind opgevoed maar nu dat zij op eigen benen staat valt er een last van hem af. Hij kan gaan en staan waar hij wil.

Tijdens het inpakken om van Groningen naar Amsterdam te gaan ziet hij in het familie fotoboek de vele overeenkomsten die zijn dochter heeft met Bet. Ze lijken als twee druppels water op elkaar. Zou het dan toch? Aan Bet vertelt hij niets maar hij moet haar wel weg hebben uit het gezichtsveld van de bazen die over zijn toekomst moeten beslissen maar tegelijkertijd wil hij haar in de gaten kunnen houden.
Enerzijds omdat ze zeer waarschijnlijk zijn kind is en anderzijds omdat ze als enige roet in zijn zakelijke leven kan gooien omdat ze van zijn affaire met haar moeder weet. Sjoerd besluit de baan in Amsterdam toch aan te nemen en voor Bet een woning te zoeken. Dat wordt een pandje in de Willemstraat. Hij hoeft het niet te kopen, Bet kan het gebruiken want het onderstuk is van een handelaar, de twee bovenwoningen zijn vrij.

Jarenlang gaat dit goed. Bet en Sjoerd zien elkaar regelmatig maar praten niet over het verleden. Beiden 'voelen' aan dat er waarschijnlijk meer is dan dat ene incidentje op het politiebureau in Delfzijl maar ze zijn ook tevreden met de situatie.
Dat ze beiden het bed hebben gedeeld zal nooit meer ter sprake komen.

Bet heeft nooit gewerkt, ze heeft meegedeeld in de erfenis van haar veel te vroeg gestorven ouders die zelfmoord pleegden, althans, dat wil de officiële lezing ons doen geloven. De kinderen weten wel beter hoe dit is gegaan. Pa en ma kregen het aan de stok omdat Drikus de tijd had gevonden eens uit te pluizen wat zijn Rita al die jaren toch had uitgevreten. Na Sjoerd was er een ander vriendje gekomen waar ze ook weer zwanger van was geraakt.
Drikus bleek tijdens een controle in het ziekenhuis nooit in staat te zijn geweest kinderen te verwekken, de schok was groot. Al het grut dat rondliep op zijn erf was nooit van hem geweest. Met de maaimachine reed hij op een dag pardoes over Rita heen. Om er zeker van te zijn dat ze dood was zette hij het monster in zijn achteruit en verpletterde daarbij het hoofd van zijn dierbare Rita.
Met de riek maakte hij een pijnlijk eind aan zijn eigen leven.

Bet kreeg geld om van te leven, haar pa wat haar pa niet bleek te zijn had de kinders goed verzorgd achtergelaten en haar pa die wel haar pa was deed de rest. Toen het huisje in de Willemsstraat onbewoonbaar werd verklaard regelde Sjoerd een woninkie in het Venetiaehofje aan de Elandsstraat 126.
Sjoerd werkte nog een aantal jaren op het hoofdbureau van politie aan de Lijnbaansracht waar je zicht hebt op de Elandsgracht. Na een schandaal mocht hij de eer aan zichzelf houden, hij ging met vervroegd pensioen, zette zijn hobby (antiek verzamelen) voort en verhuisde terug naar Groningen.
Bet bleef, eigenwijs als ze was, in de Jordaan wonen.

De zuid Jordanezen maakten met Bet hetzelfde mee als de noorderlingen. Bet was eigenwijs maar wel goed voor de omzet. Ze wist alles beter en dat moest ze ook doorlopend kenbaar maken met haar Groningse tongval.
Bet overleed in 1996 aan een slopende ziekte. Tot zover verklaring één van 'Tante Betje'.

Tante Betje twee
Er is enige overeenkomst met het verhaal hierboven, het gaat om een koe, daar kwamen er in het leven van Bet en haar ouders velen van voor. Verder houdt iedere overeenkomst op. 'Betje twee' was een koe van Tante Betje op de Lauriergracht Willem, die had een boerderij onder de rook van Amsterdam maar daar woonde hij alleen van zondag tot en met donderdag. Op die dag ging hij naar Amsterdam en liet de boerderij de boerderij.
Willem had een compagnon, die woonde wel op de boerderij en was er ook met geen mogelijkheid af te krijgen.

Toen Willem een keer naar de stad kwam met zijn koe 'Betje' omdat Geert, zijn makker, opgenomen moest worden in het ziekenhuis zei Willem "je doet je best maar Geert, maar ik ga naar de stad". Willem reed met zijn laadwagen de stad in parkeerde hem op de Lauriergracht en liet Betje in de kar zitten.
Na een paar uur zou Willem wel weer terug zijn en naar de boerderij terugkeren. Waarom Willem de koe niet gewoon achter had gelaten is een raadsel dat nooit is opgehelderd. Maar Betje had andere plannen dan Willem. Ze brak uit de kar en maakte de Lauriergracht onveilig. Ze liet zich niet vangen, daar was ze te onstuimig en eigenwijs voor.

Het verhaal gaat dat iemand uit de buurt gezegd zou hebben, 'Tante Betje weet het beter, die laat zich niet vangen' waarop ze aan haar lot werd overgelaten. De inmiddels gealarmeerde politie wisten het beest te vangen. Willem was toen ook al gearriveerd en kreeg een dikke prent en vertrok weer met 'Tante Bet'.

Tja, welk verhaal is nu juist? IK weet het. Maar er moeten meer mensen zijn die weten waar de uitdrukking 'Tante Betje' vandaan komt. Met Tante Betje wordt bedoeld "jij weet ook alles altijd beter". Eigenlijk slaat het op een stijlfout in een zin maar de Jordanezen hebben het wat breder getrokken zoals we wel vaker van ze gewend zijn.

Het ware verhaal?
Dat lees je binnenkort. Als je niet kunt wachten mail je me, dan krijg je het antwoord.

BLAADJES OVERZICHT + DISCLAIMER

Turkse Lire lijkt teveel op de Euro

Toen de euro werd ingevoerd was onze gulden nog maar 45 cent waard. Wat deed Pietje Piek? Die rondde af op 50 cent. Alles werd dus op de dag dag de Euro werd ingevoerd tien procent duurder! Immers, omgerekend had het 45 Eurocent moeten zijn maar daar dacht Pietje Piek anders over.

Strikt genomen een economisch delict, maar ziet u mij al aankomen op het politiebureau met mijn te duur betaalde zakkie paprika's?
KASSA!

>>> DE EURO IS EEN DURE MUNT MAAR HET KAN ANDERS

in 't Huisie Bijzonder Wat te zien/ doen? Muziek Geschiedenis Evenementen Crimininaliteit Rondom de stad
JOPIE LOOS 9 straatjes ArenA Accordeon Aardappeloproer Canal Parade Baantjer Amstel
INGEZONDEN 10e straatje Bioscopen André Hazes Aletta Jacobs Grachtenrace Bargoens Bakkum
LINKS Ajax Brouwerijen Artiesten Anne Frank Hartjesdagen Bomaanslag Bloemenveiling
NIEUWSBRIEF Amsterdammertjes Buurten Beste zanger Bredero Jordaanfestival Bram Moszkowicz Fietsen
WEBRING Begijnhof Condomerie Danny de Munk Bijlmermeer Koninginnedag Kees Houtman Kaasmarkt
Bruggen Entertainment Draaiorgels Diamanten Koopzondag Dino Soerel Markermeer
Mokums Carré Gevels Dries Roelvink Domela Nieuwenhuis Marathon Driehoek Muiderslot
AT5 Centraal Station Gevelstenen Drukwerk Henri Polak Sail Gerard Spong Pampus
Bekenden Coffeeshops Gokje wagen Henk Poort Hippies Sinterklaas Haring Arie Stadsstranden
Burgemeester Daklozenkrant Hofjes Henk van Mokum Hongerwinter Trouwlocaties Holleeder Volendam
Dialect De barbier Kerken Hoesjes Jan Schaefer Uitmarkt Jakkie Stroek Zaanse Schans
Het Parool Duivelseiland Kinderboerderijen Johnny Jordaan Jodenjacht Oscar Hammerstein Zandvoort
Humor Etymologie Krul (pisbak) Koos Alberts Kasteel van Aemstel Café's Pistolen Paultje
Nachtburgemeester Gay Amsterdam Markten Leen Jongewaard Koopmansboek 2 Zwaantjes Politie Vervoer
Lommerd Grachten Massages Leo Fuld Lieverdje In 't Aepjen RaRa Auto
NZ-Lijn Heineken Musea Paar apart Michiel de Ruyter Baantjer café Red Light Fiets
Producten Hells Angels Paleis Parels Minirok De 3 Fleschjes Rinus Vet Fietstaxi
Stadsdelen Herman Brood Parken Ramses Shaffy Multatuli De Druif Stanley Hillis Jachthaven
Stopera Jacob Hooy Pleinen René Riva Niod De Dokter Steve Brown Lopend
Straatnamen Johan Cruijff Poorten Robert Long Nostalgie 't Hooischip Willem Endstra OV
Tante Betje Kerkorgels Poptempels Rooie Sien OS 1928 De Jordaan Yab Yum Schiphol
Theo van Gogh Kraken PTA Smartlappen Over Amsterdam 't Mandje Zwarte Joop Taxi
Typisch Mokum Majoor Bosshardt REM eiland Straatmuziek Paleis voor Volksvlijt De Ooievaar Witkar
Mata Hari Rondvaart Tante Leen Palingoproer Papeneiland
Mijn plekkies Max Tailleur Schaatsen Tante Na Rembrandt Rooie Nelis De grote vier (of 5) Eten uit Mokum
Beethovenstraat Oorlam Sluizen Ton van Duinhoven Stadsbranden Wijnand Fockink Mulisch (H.) Broodje bal
Boekenwinkels Plat praten Stadswandeling Truce Speyck Stadswapen De Wildeman Reve (G.) Broodje Boljeri
Bosplan Simon Carmiggelt Straatkunst Willeke Alberti Trams Wolkers (J.) Broodje halfom
DeLaMar Truus Trompert Tatoeages Willy Alberti Video's Diversen Hermans (W.F.) Broodje kroket
Elandsgracht Vondelpark Theaters Wim Sonneveld VOC Auto ellende Hella Haasse Broodje mokum
Gemeente archief Walletjes Trouwlocaties WIC Emigreren Cement
Haarlemmerstraat Werelderfgoed Tulpen Da's apart Joodse spelling Duivekater
Helmersbuurt Westertoren Vissen Carice van Houten Uit eten Jordaan museum Haringkie happen
Jordaan Wonen Wandelen Dubbelspion? Johannes van Dam Magisch-realisme Hete bliksem
Koffiehuizen Zeurkousen Zwemmen Gogomobiel Nieuw Amsterdam Joodse kippensoep
Nieuwmarkt Nieuw liefdesliedje Over hout Leverworst
Plantage Nozems Sterk merk werkt Mokumse luilakbol
Rapenburg Paleis Weemoed Verdwenen straen Ossenworst
Staalbuurt Wapen van A. Voor de lijn Stoofvlees
The Movies Wilhelm Hibbeln Voorkom katers Surinaams eten
Waterlooplein Wentelteefjes
Zuiderkerk Zeebonk
Ook 'n website? Ziekenhuizen Unieke winkeltjes Zoekertjes Canon van Amsterdam Evenementen Begraafplaatsen Draaiboek gemeente

WEBRING

copyright 2024 MokumsNL