Rinus was altijd in voor een knokpartijtje
Hebben we de commotie rondom WILLEM HOLLEEDER in College Tour en op een Amsterdams terrasje
achter de rug, krijg ik een vraag over een pooier wat me niets zegt. Maar wat speurwerk levert dan snel toch een aardig verhaal op met een link naar
iets wat we ons wel allemaal weten te herinneren, althans, als we van een zekere leeftijd zijn.
Ook ik heb het uit de geschiedenisboekjes, het 'schoonvegen' van de Dam, de schooiers die weg moesten, maar niet wilden en een politiemacht die wel wilde
maar niet mocht. Daar had Rinus een mooie oplossing voor. En de politie? Die stond erbij en keek ernaar. Hoe 'de vette lap' orde op zaken stelde lezen we
zo.
November 2012
Mevrouw of mijnheer Derks mailt mij: "Na het lezen van de verhalen zoals over Joop de Vries kom ik op het idee om U te vragen of U ook iemand kent
met de bijnaam 'Rinus Vet', een pooier uit de jaren 60, zou het erg fijn vinden om iemand te vinden die mij meer kan vertellen."
Tja, voor mij is dit wereldje dichtbij gekomen, ik ben aan de goede kant van de streep blijven staan, slaapt wel zo lekker kan ik je melden. Wie
Derks verder is weet ik ook niet, maakt voor het verhaal verder weinig uit want ik ben me gelijk gaan verdiepen in wie Rinus nu eigenlijk was,
de man heette Vet en werd al snel 'vette Rinus' of 'vette lap' genoemd. Rinus had ook een broer; Jaap, die werd Jopie genoemd.
En hun echte naam baart wellicht gelijk al opzien op: De Vries! Straks zal duidelijk worden welke lijntjes er lopen.
Vette Rinus
In de vijftiger en zestiger jaren ging het er in de onderwereld anders aan toe dan de jaren daarna en zeker toen drugs een rol gingen spelen in het milieu.
De koning van de onderwereld was in die tijd Rinus Vet, met in zijn kielzog broer Jopie. Uitvalsbasis voor de bende van Rinus en Jopie was café
Pleinzicht aan de Oudezijds Voorburgwal.
In die tijd was het contact tussen politie en onderwereld twee-ledig. Enerzijds moesten de dienders natuurlijk ingrijpen als ze onoirbare zaken op het spoor
kwamen, anderzijds was de verstandhouding dermate dat er een soort van 'leven en laten leven' situatie was ontstaan. De politie wist met wie ze te
maken hadden en de penose wist hoe ver ze konden gaan.
Als er iets gebeurde dat toch niet door de beugel kon wilde het wel eens gebeuren dat een zware jongen dit verklapte aan een bevriende poltie-agent, niet dat
ze dikke maatjes waren, maar ook aan moorden op prostituees hadden pooiers een broertje dood want dat was slecht voor de handel. Dus als een boefje iets
wist wat de politie
echt wilde weten en er een soort van 'gemeenschappelijk' belang mee gediend leek dan wilde het nog wel eens voorkomen
dat in Pleinzicht de tongen loskwamen.
Krantenartikel van 2 september 1959
Volkskrant
PENOSE TEGEN NOZEMS
Onderwereld veegt de Dam schoon Politie keek toe
Amsterdam, 2 sept.- Een dertigtal onderwereld-figuren van de beruchte Zeedijk en omgeving hebben dinsdagavond omstreeks half tien het 'recht' in
eigen hand genomen en met knuppels en gummistokken de omgeving van het Nationaal Monument op de Dam gezuiverd van roerige nozems. Kort na half
negen waren de onderwereld-mensen onder leiding van Rinus Vet, de 'vette lap', Haring Arie en Zwarte Joop met een auto aangekomen tegenover
hotel Krasnapolsky, waar zij aanvankelijk postvatten.
Tot half tien monsterden zij de nozems, die-op de vingers gekeken door een groot aantal politiemannen-hun gebruikelijke uittartende houding aannamen.
Om half tien rukte de onderwereld in slagorde op richting de naar schatting tweehonderd nozems. De politiemannen, die van hun superieuren opdracht
hadden gekregen geen geweld te gebruiken en slechts bij hoge uitzondering naar de sabel te grijpen, zagen verbeten toe. Op de dreiging van wapengeweld door
onderwereld-figuren namen de nozems in allerijl de spurt, tot over de helft van de Dam achtervolgd door de fel rond zich heen slaande boefjes.
De politie stak geen hand uit. Alleen hoofdinspecteur Bremer greep naar zijn pistool, hij richtte dit dreigend op de vechtjas Haring-Arie. Deze trok
zich daar niets van aan, die sloeg een straat verderop op de vluchtende troep in. In enkele minuten waren de jongelui van de Dam verdwenen.
Wraak voor rel op 'eigen terrein'
De 'slagvaardige' onderwereld had zowaar een excuus voor zijn hardhandig optreden. "Wanneer de nozems morgenavond nog de moed hebben ons Nationaal
Monument te betreden, zullen we niet met dertig, maar met zestig man het Damplein schoonvegen", verzekerde Rinus Vet.
"Wij kunnen niet dulden, dat het monument wordt misbruikt als verzamelpunt van oproerkraaiers", aldus deze Rinus in het tijdelijke hoofdkwartier van
de 'penose-weerbaarheid', het café Pleinzicht aan de Oudezijds Voorburgwal.
Volgens bezoekers van dit 'hoofdkwartier' had de onderwereld het gezag in eigen hand genomen, omdat de politie 'donker Amsterdam' niet beschermde
tegen knapen, die maandagavond met vijftig man op de Oudezijds Voorburgwal een 55-jarige man mishandelden, ruiten van slecht bekend staande huizen
ingooiden en getracht hadden auto's in brand te steken. "Als wede politieagenten van hun superieuren niet mogen ingrijpen, zullen we de nozems,
die gisteren de verloofde van een sergeant aanranden, desnoods neerschieten", vezekerde een beruchte inbreker, die jarenlang in de gevangenis
heeft gezeten. "De vrijheid is een te groot goed om het door een paar honderd van die blagen te laten afnemen", meende deze recidivist.
Verbindingsdienst
In een hoek van cafe Pleinzicht lagen de knuppels hoog opgestapeld. Op diverse punten in de stad stonden onderwereld-figuren, die
telefonisch met het 'hoofdkwartier' in verbinding traden en vertelden waar de van de Dam verdreven nozems zich ophielden. Toen bekend werd dat een
groep van 150 nozems weer in de richting van de Dam oprukte, grepen de klanten van Pleinzicht naar de knuppels. Rinus Vet besliste echter dat
de 'troepen' binnen moesten blijven en eerst uit mochten rukken als de nozems de Wallen zouden gaan bezetten.
Maandagavond was de strijd tussen de nozems en de onderwereld reeds begonnen. Hoofdinspecteur Bremer gaf toen omstreeks kwart over tien aan de
agenten opdracht zich terug te trekken. De nozems gingen de politiemannen achterna. Zij kwamen echter niet bij het bureau Warmoesstraat, want in de
Oudebrugsteeg blies een man, die voor de ingang van een café stond te wachten, op een fluit.
Uit diverse café's en van verschillende richtingen kwamen toen met slagwapens gewapende lieden. De nozems werden in de richting van het Damrak
geslagen. Een 17-jarige koperslager, die door Zwarte Joop met een gummistok was geslagen en door een hond was gebeten, sprong uit angst in het
water. Hij werd door omstanders uit het water getrokken.
De 'penose weerbaarheid' ondervond dinsdagavond steun van naar schatting een twintigtal militairen. Deze militairen, veelal matrozen, waren naar
de Dam getrokken, omdat nozems maandag de verloofde van hun sergeant hadden aangerand. Aan de charge van de onderwereld deden de soldaten echter niet
mee. Omstreeks 9 uur dinsdagavond greep de chef van bureau Warmoestraat en twee agenten wel naar de gummistok bij de Oostelijke Doorgang, achter
het Centraal Station. Daar werden 40 nozems met de gummistok verspreid.
Onderwereld mag niet van zich af slaan
Drie kwartier nadat dinsdagavond onder lijdzaam toezien door de politie een aantal Amsterdamse onderwereld-figuren de vechtlustige
nozems met geweld van de Dam hadden verdreven, wist hoofdcommissaris van politie, de heer H.J.van der Molen, nog helemaal niets van dit gebeuren. Desgevraagd
deelde hij ons mee: "Er is in Amsterdam maar één lichaam dat de openbare orde bewaart en dat is de politie. Als de lieden, die vanavond meenden
tegen de nozems te moeten optreden, klachten hebben, dan moeten zij naar de politie gaan.
Als zij zelf slaan zal de politie ook streng optreden en zullen zij op hardhandige wijze er aanworden herinnerd, dat niet zij maar de politie de
gezagsdragers zijn".
De praktijk had inmiddels al iets anders uitgewezen.
En zo kwam er een einde aan de bezetting van de Dam en concludeerde iedereen dat de poltie en de onderwereld onder één hoedje hadden gespeeld,
openlijk trok het gezag natuurlijk zijn handen af van deze lezing.
Vet of Veth?
De naam Rinus Veth (met een 'h' dus) kwam ik ook elders tegen, opmerkelijk was dit stukje:
Op 16 Mei 1959 wordt de gewurgde prostituee Judith Buddingh 'zwarte Judith' gevonden. De zaak komt in handen van Gerard Toorenaar en zijn partner
Henk Bremer (de latere commissaris van Beverwijk.) Sommige families hadden veel te zeggen in het hoerenwereldje op de Wallen zoals de familie Krabshuis
en Mientje Vet (ook wel Veth, zij zou de moeder zijn van Henkie Vet oftewel Henk de Vries van de Bulldog, wiens vader Rinus of Jaap (Jopie) Vet
moet zijn, zij zijn broers.
Henk de Vries
Oprichter van de Bulldog Henk de Vries begon in 1970 met de verkoop van wiet, enkele jaren later nam hij van zijn vader een seksshop op de Wallen over
en maakte er een coffeeshop van. Ik las ook ergens dat Henk de seksshop uit de erfenis van zijn vader zou hebben verkregen. De datum van het overlijden
van Rinus de Vries en het starten van Henk met de Bulldog kloppen met elkaar: 1975.
Is deze Henk de Vries dus inderdaad een zoon van Rinus Vet (h.)?
Er is meer opmerkelijks
In een krantenartikel uit 1968 (24 oktober) wordt duidelijk dat Rinus Vet inderdaad een bijnaam is en dat zijn echte naam M. Th. de Vries is. Hiernaast
het bewuste artikel.
Drie jaar later wordt ene Henk de Vries in Duitsland gearresteerd met 100 kg wiet in zijn bezit en veroordeeld tot drie jaar cel, later wordt er een direct
verband gelegd tussen Henk de Vries en de familie Vet want ik lees dat Henk Veth (dus ineens weer met een 'h' de man achter de Bulldog is.
In 1980 zou Henk samen met Steve Brown wat dugstransporten hebben georganiseerd, navraag bij Steve leverde dit antwoord op:
Rinus Vet, ik ben ook al wat jaartjes ouder maar de naam komt mij nog wel bekent voor. Bedoel je soms de vader van Henk de Vries?
Het kan toch haast niet waar zijn dat er twee mannen zijn die beiden op de Wallen werken, vechtersbazen zijn, goede vrienden en precies dezelfde naam
hebben? Het zit aldus. De een heet Maurits (Zwarte Joop) en de ander Marinus (Rinus Vet.) Rinus is geboren in 1924 want ik las dat hij begin 1960 35
jaar oud was. Zwarte Joop, Maurits dus en geen vader van Henk de Vries van de Bulldog, is tien jaar jonger. Hij stierf in 1986 op 51-jarige leeftijd.
Henk de Vries van de Bulldog is gevraagd naar de naam Rinus Vet, dat zei hem helemaal niets.
Dat zal niet blijken te kloppen.
Elisabeth Kaffa, geboren 19-7-1944
Rinus Vet zou een dochter hebben verwekt bij Bep Kaffa, de speurtocht gaat verder.
Boven staat dus al een foto van Rinus maar inmiddels heb ik ook een foto van zijn vermoedelijke moeder, Mien, wie de man is op de
foto naast haar weet ik niet zeker, hij lijkt erg sterk op Frits van de Wereld. Daarnaast een foto van Rinus' broer Jaap die ook wel Jopie werd
genoemd.
Hieronder een foto van een Henk de Vries uit een documentaire, het bijschrift was dat dit eigenlijk Henk Veth was, dit kan dus nooit een van de twee
broers zijn. Ten eerste omdat hij niet lijkt op de foto van Rinus boven maar ook omdat dit een kleurenfoto is en dus uit een recentere documentaire
komt.
De suggestie dat dit wellicht om Henk de Vries (zoon van Rinus) van de Bulldog zou gaan ligt meer voor de hand, zie verderop.
De foto hieronder is Rinus de Vries in een sportauto. Deze foto vertoont wel veel gelijkenis met de foto bovenaan rechts.
Hieronder staat een foto uit 2010 van Henk de Vries van de Bulldog.
De fotograaf van deze foto is volgens mij Wernard Bruining.
Henk de Vries van de Bulldog is zeker geen zoon van Maurits de Vries (Zwarte Joop) van de Casa Rosso maar volgens mij dus van Marinus de Vries die 'Vette Lap'
en 'Rinus Vet' werd genoemd. Mien de Vries is de
moeder van Rinus en dus de oma van Henk. omdat de naam Vet (h) Henk de Vries niets zegt moet er verder gegraven worden.
De gemeente Amsterdam verstrekte de persoonskaart van Maurits de Vries, daar staan zijn beide kinderen op vermeld, twee dochters, geen man dus en dus zeker
geen Henk de Vries. Nadat Maurits de Vries op 13 juli 1986 was overleden werd zijn erfenis verdeeld onder zijn twee dochters, echter, er bleek nog een
derde dochter te zijn bij een derde vrouw.
Zij heet Annemarie Koning en de dochter die zij samen met Joop kreeg Joy die in 1984, twee jaar voor de plotselinge dood van Joop, werd geboren.
Van Maurits de Vries zou niet bekend zijn wanneer hij is geboren behalve dan in 1935 te Utrecht. Zelfs Wikipedia weet er geen uitsluitsel op te geven
maar uit de gegevens van de gemeente Amsterdam blijkt dat hij op 14 juni 1935 is geboren, inderdaad te Utrecht. Daar woonde hij overigens maar een
half jaar want in september 1935 verhuisde het gezin naar de Amsterdamse Zanddwarsstraat 9.
Om een iets beter beeld te krijgen van de mannen Rinus (pa) en Henk (zoon) hieronder de foto's op een rijtje, oordeel zelf.
De twee foto's van Rinus zijn gemaakt in 1969.
er is zeker gelijkenis tussen Rinus en Henk.
Overlijdensbericht Rinus
Via twee kanalen bereikte mij onderstaande advertentie.
De leeftijd van deze Rinus klopt exact met de Rinus die we zoeken. Bovendien wordt er een 'Jaap' genoemd, inderdaad, de broer van Rinus.
Burgerkaart Rinus de Vries gemeente Amsterdam
We zijn alweer wat verder, ook al ontkent Henk de Vries van de Bulldog dat de naam Vet of Veth hem iets zou
moeten zeggen, onderstaand bewijs zegt genoeg.
Uit deze kaart van de gemeente Amsterdam blijkt dat M. Th. de Vries (Rinus dus) samen met Kaatje
Berger getrouwd was toen Henk werd geboren, Rinus verliet zijn vrouw en kinderen en trouwde een jaar
later met Bernardina Dragt.
Dit verklaart enigszins dat Henk de naam Veth niets zou zeggen, dat is namelijk de oma van zijn vaders
kant. Aan de andere kant is het gek dat in een documentaire Henk wordt aangeduid als Henk Veth, daar
zou Henk toch wel bezwaar tegen hebben gemaakt, zou je denken.
Maar ook Steve Brown weet niet beter dan dat Henk de zoon van Rinus is en dat de naam Veth
zowel op Rinus als op Henk van toepassing is.
De kaart bewijst dat de moeder van Rinus 'Veth' heette wat haar de oma van Henk maakt en dat Rinus
zelf De Vries heette. De geboorte- en overlijdensdata van Rinus in de overlijdensadvertentie en de
gemeentekaart kloppen met elkaar, daar staat ook Henk vermeld. Henk is nu 67 (2017), hij is dus
geboren in 1950, en ook dat klopt met de geboortedatum op de kaart van Hendrikus Jacobus Maria
de Vries: 20 januari 1950.
Uit een arrest naar aanleiding van een proces in 2012 dat Henk de Vries namens de Bulldog voerde
staat dat ene Hendrikus Jacobus Marinus de Vries de eigenaar is van de Bulldog. Hoe meer bewijs
wil je hebben?
Goed, maar we zijn er nog niet.
Waar we nog niet uit zijn is de zoektocht van een dochter van Rinus de Vries die hij verwekt zou hebben bij
ene Bep Kaffa.
2017
Eerst iets anders. Diverse malen is er druk op mij uitgeoefend om bovenstaand artikel te
verwijderen, argumenten als 'dit gaat over criminelen, je kunt het maar beter weghalen' en 'waarom
reageer je niet op mijn berichten dat het anders zit' waren talrijk. Op mijn vraag 'waarom?'
kreeg ik nooit antwoord.
In de zomer van 2017 kreeg ik een mail van een oud-buurtbewoner, hij schreef mij het
volgende:
In de jaren 1970 woonde ik op de Zeedijk op een zolderverdieping, niet ver van het
bekende café 't Mandje. Ik ging part-time werken bij snackbar 'de Ducdalf', waar ik
Jaap Veth (de Vries) tegenkwam die zwaar alcoholist was. Via via ben ik er ondertussen
achter dat hij in 1999 is overleden.
Rinus moeder heet Mientje Veth en is dus de grootmoeder van Henk van de Bulldog
(het pand van de originele Bulldog op de Oudezijds was waarschijnlijk van zijn vader
Rinus.] Jaap en Henk werden ook wel Vet genoemd.
De vrouw van Rinus, Kaatje [Kitty voor mij] Berger, zou in 2012 overleden zijn, ze had
heel lang een kroeg op de Wallen en woonde op de Zeedijk, later op de Nieuwmarkt. Henk
en Jaap zouden ook nog een lesbische (half-)zus hebben gehad.
Henk en Jaap zijn joods omdat Kitty joods was.
Mijn reactie hierop
De schrijver bevestigt dat Rinus moeder Veth heette, maar dat wist ik al via de gemeente. Verder
staat nu voor mij onomstotelijk vast dat Jaap en Henk beiden De Vries heten, maar ook
dikwijls Veth werden genoemd, naar de moeder van hun vader Rinus.
Het klopt dat er nog een zus moet zijn, ook dat blijkt uit de kaart die ik van de gemeente
heb ontvangen.
Kaatje was de moeder van de beide jongens en de zus. Het pand van de vader van Henk was eerst een
seksshop en erfde hij bij het overlijden van Rinus, hij vestigde er de eerste 'The Bulldog' in.
...later wellicht meer...
Onderstaande drie krantenberichten van 2 en 3 september 1959 kreeg ik kort na dit artikel toegezonden.