De Oude Schans verfraait
Nu ik toch met torens bezig was (Schreierstoren) gelijk maar die lange Jan die een eindje verderop
staat en waar ikzelf iets meer mee heb, het waarom daarvan is gebaseerd op sentiment.
Deze foto is genomen vanaf de brug tussen de Sint Antoniesbreestraat en de Jodenbreestraat, vlakbij het Waterlooplein.
Je kijkt over de Oude Schans heen, rechts van de Montelbaanstoren zie je NEMO.
NEMO is een technologiemuseum waar je wetenschappelijke en technische
ontwikkelingen op het gebied van natuur- en scheikunde,
informatietechnologie en biologie kunt nabootsen.
De toren staat dus aan de kop van de Oude Schans en begint waar de Sint Antoniesbreestraat ophoudt, toen de Oude Schans werd gegraven en de klei
twee kades vormden werd deze de Sint Antoniedijk genoemd, pas later werd dat de Oude Schans.
De toren bestaat uit twee delen, sinds de bouw in 1516 (door stadsarchitect Hendrick de Keyser) maakte de toren deel uit van de verdedigingslinie
van Amsterdam maar toen het die functie door uitbreiding van de stad verloor wist men eigenlijk niet wat men met de toren aan moest. De toren kwam immers
binnen de stadsgrenzen te liggen en direct gevaar voor aanvallen was er niet meer.
Bijna een eeuw later (1606) werd er een deel bovenop de stompe toren gebouwd met klokken, van alle vier de windstreken kon je nu via de bijna vijftig
meter hoge toren zien hoe laat het was.
Enkele jaren later bleek dat het geheel te zwaar was voor de ondergrond, de toren was niet op palen gebouwd en zakte aan een kant weg, scheerlijnen
hielpen niet waardoor er uiteindelijk besloten werd de fundering te verstevigen. Maar toen gebeurde er iets wat nimmer is opgehelderd. Het slagwerk
ging een eigen leven leiden.
Zo nu en dan sloeg het op de vreemdste momenten om dan enkele dagen totaal geen geluid meer voort te brengen. Twee eeuwen lang had de toren diverse
functies totdat men halverwege de negentiende eeuw besloot de Montelbaanstoren te slopen, dat werkd voorkomen en de gemeente vestigde er het
Stadswaterkantoor in. Het gebouw moet echter regelmatig verbouwd worden, de gemeente besloot vanwege de hoge kosten het te verhuren, helaas wilde
niemand de dure huur opbrengen.
Nu geeft de toren sinds enkele jaren onderdak aan een Stichting die opkomt voor de belangen van homo- en transseksuele allochtonen.
Weetje 01
De bijnaam van de Montelbaanstoren is Malle Jaap vanwege het eerder beschreven klokkenspel dat bij tijd en wijlen spontaan klonk.
Waar komt de naam vandaan?
Waarom de Montelbaanstoren heet zoals die heet is niet zeker. Een wellicht voor de hand liggende verklaring kan zijn dat een verdedigingsfort doorgaans
'kantelen' bevat die aanvallen van vijanden moet weerstaan, deze kantelen waren vierkante blokken bovenop torens en muren. De Montelbaanstoren
had een ronde gesloten bovenkant.
Geen 'kanteel' maar een 'monteel', naar de vorm van de maan.
Een tweede verklaring is dat de toren van het kasteel van Monteauban in Zuid-Frankrijk model heeft gestaan voor de toren in Amsterdam, Montebeau is
Frans voor Montelbaan. Maar wat dan de link is tussen Amsterdam en dit Franse plaatsje? Ik heb werkelijk geen idee.
Een oude gevelsteen die gemetseld zou hebben gezeten in een huis, dat op de plek of er vlakbij zou hebben gestaan, toonde de naam 'Montelbaan'. Het kan zijn
dat dit huis moest wijken voor de toren.
Een lijnbaan was een werkplek voor bijvoorbeeld een touwvlechter, op de plek waar nu de toren staat zou een vlechter hebben gewond die Montel (of
Monkel) heette en de lijnbaan zou naar hem zijn vernoemd.
Je zou zeggen dat als je iets vernoemd naar iemand je er een 'S' bij plaats, 'de toren van Montelbaan' zou dan Montelsbaantoren worden en niet Montelbaantoren
zonder 'S'. Ik heb geen idee welke van de vier 'verklaringen' de meest logische is, misschien wel een geheel andere.
Weetje 02
Wat dan wel weer gek is, vlakbij de Montelbaanstoren is een straat die de naam Montelbaanstraat draagt, en daar ontbreekt dus de 'S'.
Weetje 03
Rond 1593 komen de eerste Duitse Joden naar Amsterdam, zij kozen de buurt rond de Montelbaanstoren uit als ideale plek. Vanaf 1618 telt Amsterdam
een Joodse gemeenschap die groot genoeg is om een synagoge te onderhouden, deze bevond zich in de Jodenbreestraat. In 1675 werd het gebouw alweer
afgebroken.